» De geschiedenis als reisspiegel voor de politiek

Op vrijdag 3 februari vond de tweede avond van dit seizoen van de SGP-jongeren Flakkee plaats. De spreker van deze avond was dr. Ewald Mackay, docent aan de hogeschool de Driestar. Een aantal leden en belangstellenden trotseerden de weersomstandigheden voor de lezing met als onderwerp: ‘De geschiedenis als reisspiegel voor de politiek.’

Als inleiding vertelde dr. Mackay dat hij is opgegroeid in Sliedrecht. Vaak ging hij toen naar de rivier de Merwede. Ook nu heeft Mackay nog de gewoonte om elke dag even naar de rivier te gaan. Het water heeft aantrekkingskracht op hem. Water staat symbool voor de tijd. Daarnaast werkt het water van een rivier ook als spiegel. Het is uniek dat de mens nadenkt over zichzelf. Dat is een scheppingsgave die je niet terug ziet bij andere schepselen. Spiegelen is belangrijk. Mackay bekeek in zijn lezing het water van de tijd in politiek perspectief. Omdat geschiedenis een bewegende zaak is en wij, binnen het kader van onze identiteit, meebewegen, heeft hij ervoor gekozen om niet te komen met één verhaal, maar met een drieluik.

De eerste reisspiegel was die van zijn kindertijd. Mackay is opgegroeid in de wereld van Bewaar het pand. Thuis lazen zijn ouders hem voor uit de kinderbijbel van Vreugdenhil. De ouderling van het dorp was tevens voorzitter van de school. Hierin was een eenheid, bijna een theocratische werkelijkheid. De interesse voor geschiedenis werd opgewekt door zijn opa’s. Mackay verslond boeken, onder andere ‘De belhamel van Chartago’ of de boeken van Piet Prins. Dit is niet onbelangrijk. Het lezen van deze boeken gaf Mackay het besef dat de werkelijkheid bestaat uit strijd. Het gevecht tussen de stad Gods en de aardse stad. Deze strijd zie je al terug in de paradijsbelofte. God werd echter geschiedenis. Hij is de tijd doorgegaan, is gestorven en weer opgestaan. Hij heeft de strijd overwonnen.

Mackay noemde zijn kindertijd een ‘mythische oerwereld’. Deze oude wereld kreeg scheurtjes toen hij ouder werd. De tweede reisspiegel was die van zijn adolescentie. De eerste scheur werd veroorzaakt door het feit dat een vriend van Mackay zich liet over dopen. Hij voerde verschillende discussies met zijn vriend over de kinderdoop. Mackay raakt hierdoor in een verscheurdheid. Thuis zeiden ze hele andere dingen. Wat is nu de juiste opvatting? Hoe moeten de dingen verstaan worden?

De tweede scheur ontstond door discussies met een leraar die geïnspireerd door de ideeën Karl Barth werd. Weer vraagt Mackay zich af wat nu de waarheid is.

De Koude Oorlog heeft Mackay heel bewust meegemaakt. Veel van zijn klasgenoten stonden positief tegenover de wapenwedloop. Mackay verdiept zich in de Vroege Kerk en in de Bijbel. Zijn vraag wordt: ‘Is het vanuit het christelijk geloof goed om aan de wapenwedloop mee te doen?’ Is dit niet in strijd met de Bergrede? Mackay gelooft van wel. In die tijd was hij bijna pacifist. Hij zette zo zijn vraagtekens bij de praktijk van de Staatkundig Gereformeerden. Ook de liberalistische gedachten van de SGP gingen hem tegenstaan. Zijn visie op de Koude Oorlog veroorzaakte op school conflicten met klasgenoten. Verbaal en soms wel eens non-verbaal.

Aan het eind van zijn adolescentie maakt Mackay een wending. Dit komt door het lezen van boeken van mannen uit het Reveil: Groen van Prinsterer, Capadose, Da Costa, etc. Met Bart Jan Spruyt kocht hij veel boeken en voerde hij lange gesprekken. Hierdoor is Mackay gevormd. Hun droom was een nieuw reveil, zoals onder andere ook Aalders hoopte. Bart-Jan Spruyt was meer voor een rechts, conservatief reveil. Mackay zou liever een (links) sociaal reveil zien, in de lijn van Heldring en Groen van Prinsterer.

Bij Groen zien we duidelijk weer dat gevecht, die strijd. Strijd tussen ongeloof en geloof, strijd tussen revolutie en evangelie. Dit gevecht is nog steeds het gevecht in onze tijd. De strijd in de politiek is de strijd tussen heteronomie en autonomie.

De derde reisspiegel is die van de volwassenheid. Mackay ging studeren in Leiden. In verband met het schrijven van een scriptie kwam hij in aanraking met de kerk in het Midden Oosten. Hij verbleef een tijdje in een klooster in de woestijn. Daar hield hij een interview met het hoofd van de koptische kerk, Shenouda III van Alexandrië. Dit gesprek raakte Mackay ten diepste. Hij zag als het ware door een venster de tijden. Hij zag de woestijnreis, de vlucht van Maria en Jozef naar Egypte, etc. Hij zag de geschiedenis van Mozes tot nu. Door dit gesprek kwam Mackay tot de ontdekking van de traditie. Wij staan op de schouders van 6000 jaar en daar mogen we mee verder gaan. Dit besef geeft kracht.

In onze tijd zoeken we vaak naar antwoorden op vragen die in de tijd van de Bijbel nog niet bestonden. De traditie kan ons helpen om een antwoord te geven. De traditie is als een stroom water die voort gaat vanuit de bedding van Gods Woord. De traditie is niet absoluut maar heeft wel zijn rechten.

Hoe moeten wij nu staan in de politiek en in de maatschappij? Mackay is voor scheiding van kerk en staat, maar geloof en politiek mogen niet gescheiden worden. Ga je mee in onze democratie, dan ben je ook verantwoordelijk. Wij hebben allen schuld. Dat mag en dat moet gezegd worden, ook binnen de SGP. Het kolonialisme is schuld. Het meegaan in het liberale welvaartsdenken is schuld. De crisis is schuld. Christelijk zijn betekent nederig en eenvoudig zijn. Fouten mogen genoemd worden.

Mackay eindigde zijn lezing met het trekken van een aantal conclusies. Het water waarin wij ons spiegelen is donker. Wij zien slechts door een spiegel in een duistere rede. Wij kennen slechts ten dele. Dat besef maakt je niet al te pretentieus. Onze gestalte moet zijn als een reiziger. We zijn nog niet aan de overkant van de rivier. Wij moeten zijn als die Biesboschcrossers in de Tweede Wereldoorlog. De overkant, waar al vrijheid is, is het perspectief. De toekomst is van God.

De volledige tekst van de hand van dr. Mackay staat ook op onze website en is hier te vinden: » Volledige tekst lezing dr. Ewald Mackay.