Een netwerksamenleving

SOMMELSDIJK- “Ik sta alleen, geen God of maatschappij trekt mijn bestaan in een bezield verband”, dichtte H. Marsman in de twintiger jaren van de vorige eeuw. “The times they are changin’”, zong Bob Dylan veertig jaar later. De afgelopen decennia zijn de structuren in onze samenleving sterk veranderd. Wat voor samenleving hebben wij nu en hoe is deze tot stand gekomen? Over deze vragen sprak dhr. G Slootweg op 19 april voor de SGP-jongeren Flakkee.

‘Het is een donkere tijd’ wordt er veel gezegd, ook in de sociologie en de politicologie. Het is een tijdperk waarin veel ontwikkelingen te signaleren zijn. Allereerst is het een tijdperk van wisselende vormen. Steeds weer moet er gezocht worden naar de goede weg, er is geen zekerheid. Inhoud is er bijna niet meer, alleen de vorm blijft over. Daarnaast is het ‘zappen’ een kenmerkend verschijnsel. De mens moet voortdurend bezig gehouden worden. Stilte mag er vooral niet zijn. Verder is het een tijdperk waarin andere, verschillende waarden naar voren komen. Marianne Thieme vecht tegen het doden van zeehonden, maar is voor abortus. Fragmentarisering, het uiteenvallen in stukken, is een andere ontwikkeling. Leven wij in één geheel of is ons leven ook verdeeld in stukken? De Heere kijkt naar het geheel! Als laatste is er sprake van discontinuïteit. Vroeger was er een vast stramien in het leven. In de jaren ’60 komt verzet tegen dit ‘huisje, boompje, beestje’. Iedereen moet het recht krijgen om zelf keuzes te maken om zo tot zijn recht te komen. Er komt een rechthebbende samenleving.

Voor de regering is het buitengewoon moeilijk om grip te krijgen op een netwerksamenleving. De overheid neemt plannen van vakbonden en organisaties over en stelt eigen agenda uit. Wat is nu de oorzaak van het ontstaan van de netwerksamenleving? Er worden twee theorieën onderscheiden. De eerste theorie wordt wel de verdampingstheorie genoemd. Het eerste wat verdampt zijn de waarden en normen. De norm dat een mensenleven boven het dierenleven staat, verdwijnt bijvoorbeeld. Er komen wel andere normen en waarden voor in de plaats, maar die zijn niet vast of algemeen geldend. Het tweede wat verdampt is de bestaande gezagsverhouding. Koning Willem-Alexander zegt bijvoorbeeld dat mensen hem mogen aanspreken zoals zij willen, omdat ze daarmee meer op hun gemak zullen zijn. Daarnaast verdwijnt ook de vaste levensloop. De mens staat voor tal van keuzes. Een standaardbiografie is er niet meer. Lifestyle is belangrijk. Niet meer de binnenkant, het innerlijk, maar de buitenkant. Je bent zoals je jezelf tentoonstelt.

De andere theorie voor het ontstaan van de netwerksamenleving stelt dat er allerlei nieuwe breuklijnen gekomen zijn. Vroeger lag de breuklijn tussen de christelijke en onchristelijke partijen. Nu ligt de breuklijn bijvoorbeeld tussen groepen die vasthouden aan een autoritaire lijn en groepen die liberaal willen zijn. Een andere breuklijn ligt tussen het materialisme enerzijds en het postmaterialisme anderzijds. Ten derde is er een breuklijn tussen de groep die stelt dat de mens zich puur uit eigenbelang aan de regels houdt en de groep die uitgaat van de goede bedoelingen van de mens. Bestaande partijen kennen deze breuklijnen ook.

Bestaat een netwerksamenleving echt? Sociologen geven de definitie ervan. Een netwerk wordt door hen wel omschreven als een groep individuen die samenwerken en zo een samenleving vormen uit eigenbelang en soms voor een hoger doel. Er zijn formele netwerken zoals politieke partijen en organisaties en er zijn informele netwerken zoals het gezin.

Iedereen kent wel het beeld van een boom en een paddenstoel met wortels. De boom houdt de wortels vast en de wortels de boom. De wortels van paddenstoelen hebben echter geen centrum. Deze lopen overal doorheen. De boom is het beeld van de overheid, de paddenstoelen van de sociale media. Deze twee netwerken kunnen zich moeilijk tot elkaar verhouden. Daarom bestaan er strategieën om deze verhouding eenvoudiger te maken: compartimenteren, combineren, conditioneren, confronteren en camoufleren.

Onze samenleving heeft in korte tijd grote veranderingen ondergaan. Groen van Prinsterer en ook W. Aalders hebben dit heel duidelijk voorzien. Is er een weg terug? Ja die is er. Tegen de revolutie, tegen de fragmentarisering, tegen de discontinuïteit, het Evangelie! Het Woord van God houdt stand in eeuwigheid. Daarom hoeft de mens niet te wanhopen maar mag hij hopen op God.