Populisme in de politiek

MIDDELHARNIS – 2017 is het jaar van de populist. Dat is te merken aan onder andere het presidentschap van Donald Trump, een Europese Unie zonder Groot-Brittanië, financiële crises in delen van Europa en onrust in het Midden-Oosten. Maar wat is het populisme, wat zijn de redenen voor de plotselinge opkomst ervan en hoe moeten we ermee verder? Dit onderwerp werd vrijdag 24 maart besproken door drs. J. A. Schippers op een avond die te Middelharnis werd gehouden, georganiseerd door de SGP-jongeren en de plaatselijke kiesvereniging.

De spreker, directeur van het Wetenschappelijk Instituut van de SGP (de Guido de Brès-stichting) begon zijn lezing met het definiëren van het begrip ‘populisme’. Dit is niet eenvoudig: het is een vaag begrip zonder scherpe definitie. Natuurlijk zien we het woord ‘populus’, volk, erin terug. Populisme wil dus zeggen dat de stem van het volk hoogst geldend is, waarin iedereen de mogelijkheid heeft om te zeggen wat hij of zij denkt. Hierbij stuit men regelmatig de gevestigde orde tegen de borst, dit omdat populisten antidemocratisch zijn en voor het autoritaire leiderschap. Verder in de lezing vertelt dhr. Schippers welke kenmerken het populisme heeft, hoe we hier iets van terugzien in de hedendaagse mondiale, continentale en nationale politiek en wat de aanleidingen tot de plotselinge toename zijn.

Enkele omschrijvingen van het populisme worden genoemd; zo kan men het definiëren als een neiging om zich te richten naar de massa van de bevolking of van de kiezers. Hierbij wordt veelvuldig gebruik gemaakt van een oppervlakkige, populaire en demagogische (overtuigende) betoogtrant. Kenmerken die vrijwel altijd gelden zijn onder andere een afkeer van vreemdelingen en buitenlanders – denk aan Trump en Wilders – en een eenhoofdig leiderschap, waarbij autoriteit voorop staat. Populistische leiders zeggen vaak gericht te zijn op de ‘ware behoeften’ van het volk. Hoe dit in combinatie kan met xenofobische gedachtegangen blijft natuurlijk een bijzonder iets.
Toch is het fenomeen populisme niet iets van de afgelopen paar jaren. We zien in de 18e eeuw Johan Derk van der Capellen tot den Pol zich keren tegen de Oranjes waarbij de zogenaamde patriottenbeweging ontstaat, een eeuw later herkennen we populistische trekken bij de negentiende-eeuwse politici Troelstra en Kuyper. Ook in latere tijden komen we dat tegen bij de NSB en andere antidemocratische stromingen.

Verder vertelt de heer Schippers enige dingen over de hedendaagse politiek, onder andere over de nieuwe president van de Verenigde Staten van Amerika, Donald Trump. Een aantal opmerkelijke dingen is aan hem en zijn optreden te zien. Allereerst valt op dat er absoluut geen nuance is in een keuze voor Trump. Mensen zijn voor of tegen deze man. Ook valt op hoe hij aan een groot deel van de stemmen is gekomen, dit was mede dankzij een misslag van zijn opponent Hillary Clinton. Zij ergerde de middenstanders met haar elitaire beleid, terwijl Trump hen juist opving. Zodoende haalde hij de meerderheid in de verkiezingen. Wat ook opvalt is dat we Trump de prolife-kwestie zien profileren, terwijl hij in zijn leven en niet al te beste moraal zien etaleren.

Daarnaast wordt in de lezing aandacht geschonken aan de afgelopen Tweede Kamerverkiezingen. Een aantal dingen valt op. Allereerst natuurlijk het enorme debacle van de PvdA, die maar liefst driekwart van haar stemmen in moest leveren. Daarnaast zien we dat juist de progressieve partijen, zoals GroenLinks en D66, zetels hebben gewonnen, die vaak van de middenpartijen vandaan komen. Vergelijkend met de zetelverdeling van 1986, waar de drie grote middenpartijen – CDA, VVD en PvdA – tachtig procent van de stemmen in bezit hebben, zien we hoeveel deze partijen in dertig jaar tijd in hebben geleverd. Mensen hebben dit jaar dus niet tactisch en strategisch gestemd, maar echt met hun hart; zodoende ook de groei van de progressieve partijen.
Als we in verband met de verkiezingen kijken naar de SGP, zien we dat ze een enorme stemwinst heeft gemaakt en daarmee nu meer stemmen heeft dan ze ooit heeft gehaald. Deze winst is juist geboekt in provincies waar de SGP relatief weinig stemmen had, namelijk Limburg en Flevoland. Evenals in de afgelopen jaren – en eigenlijk in de hele geschiedenis van de SGP – komen de meeste stemmen uit de provincies Gelderland en Zuid-Holland.

Terug naar het populisme. Er wordt gesteld dat dit de onbetaalde rekening van de democratie is; deze is ontstaan na een aantal problemen. Het eerste probleem is dat er een gebrekkige integratie is. In volksbuurten heerst er vervreemding, onrust en onvrede, dit wordt echter door de bestuurlijke elite genegeerd. In de samenleving wordt het gevoel van onveiligheid versterkt door aanslagen door islamitische terreurbewegingen, die sinds kort ook plaatsvinden in nabije steden. De populisten keren zich tegen de politiek correcte elite die vervolgens reageert met diverse verwijten. Het tweede probleem is dat in onze maatschappij de kennis die men heeft en de opleiding die men heeft genoten bepalend is voor de positie in de samenleving. Waar men in de negentiende eeuw trouwde binnen een bepaalde stand, in de twintigste eeuw binnen een bepaalde zuil, gebeurt dat in de 21e eeuw binnen een bepaald opleidingsniveau. Hogeropgeleiden kunnen makkelijk meekomen in deze globaliserende economie, maar lageropgeleiden hebben daar meer moeite mee; zodoende ondervinden zij ook moeite bij het vinden van een baan. Het derde probleem dat een rol speelt in het opkomende populisme is de geestelijke desoriëntatie die mensen ondervinden. In de negentiende eeuw was de samenleving keurig ingedeeld in de zogenoemde zuilen, maar vandaag te dag is daar bar weinig van terug te zien. Het aantal subculturen is legio en de grenzen ervan zijn niet altijd even duidelijk te onderscheiden. Ook dat draagt bij aan de individualisering en secularisatie, die op hun beurt weer ervoor zorgen dat er verwarring ontstaat over maatschappelijke waarden en normen. Er schijnt bijna geen geldende waarheid meer te zijn, omdat iedereen voor zichzelf bepaalt wat wel en niet waar is. Dit zorgt natuurlijk voor botsingen, wat resulteert in frustratie en maatschappelijk ongenoegen.

Nu is natuurlijk de vraag: hoe verder? Allereerst valt op te merken dat de kwaliteit van de volksvertegenwoordiging veel beter kan. De Tweede Kamer bestaat praktisch alleen maar uit hoogopgeleiden, wat natuurlijk geen goede reflectie van de samenleving valt te noemen. Als daar ook bijkomt dat ze nagenoeg allemaal in de Randstad wonen, blijkt dat dat ook beter kan worden verdeeld. Ten tweede is het belangrijk om grondnormen van een democratische maatschappij te benadrukken en te bewaken. Dat houdt in dat er onder vrijheid geen maximale keuzevrijheid moet worden verstaan, maar een invulling van je verantwoordelijkheid, waarbij de focus niet op eigenbelang ligt. Het recht moet worden gebruikt om macht te corrigeren en kwetsbare minderheden te beschermen niet om de meerderheid doorslaggevend te laten zijn. Het begrip trouw moet worden uitgelegd als loyaliteit en integriteit, niet als egocentrisch opportunisme. Kortom, het wordt tijd om het fundament van onze samenleving te onderstrepen, dit om wanorde te voorkomen. Vanuit de Bijbel gezien betekent dit meer aandacht schenken aan de mens als schepsel van God, het kortetermijn- inruilen voor langetermijndenken en ten slotte is het benadrukken van het belang van relaties – een goed gezin is het halve werk – essentieel. Op deze verbeteringen hopen we!