Debat dr. Klink en dr. Kinneging over conservatisme

HET CHRISTENDOM WAARBORG VOOR GEZOND CONSERVATISME?!

MIDDELHARNIS – Op 15 november gingen ds. Klink uit Hoornaar en dr. Kinneging, hoogleraar rechtsfilosofie aan de Universiteit Leiden, in gesprek in een door de SGP-Jongeren Flakkee georganiseerd debat. Tijdens een debatavond in 2010 stelde Klink dat ‘het christelijk geloof een waarborg is voor gezond conservatisme’. Hoe verdedigt hij zich tegen Kinneging die stelt dat er zeker een goed conservatisme mogelijk is zonder geloof?

Kinneging begint met een uitleg van het begrip ‘conservatisme’. De diepste bepaling van conservatisme is  een verdediging van het traditionele, intellectuele en culturele Europese erfgoed. Het is een kritische reactie op de Verlichting. Het conservatisme heeft twee bronnen: het klassieke denken (van bijvoorbeeld Plato en Aristoteles) en het christelijk denken. Tussen Plato en het christendom bestaan overeenkomsten als verschillen. Wat overeenkomt is de gedachte van het bestaan van eeuwigheid, van het onveranderlijke in tegenstelling tot het veranderlijke. Plato’s rijk van de ideeën is onveranderlijk en staat tegenover het gewone aardse. De moraal is afkomstig uit de onveranderlijke sfeer. Bij christenen is de moraal afkomstig van God en Zijn Woord. Het idee van eeuwigheid en van eeuwige waarden wordt door het moderne denken aangevallen. Alles is slechts historisch bepaalt, ook goed en kwaad.

Volgens Kinneging zit er echter een probleem in de christelijke opvatting dat God de wetgever, de bepaler van de moraal is. God is almachtig. Dan zou God ook wat goed is kunnen veranderen in kwaad, en wat kwaad is in goed. Hieruit volgt dat de ideeën ook veranderlijk zijn. Zo is het christendom in wezen maar een stap verwijderd van het modernisme. ‘Ze hoefden er alleen maar de naam van God af te pellen om uit te komen bij de veranderlijkheid van goed en kwaad.’

De olijfboom

Klink neemt als uitgangspunt het beeld van de olijfboom dat geschetst wordt in Romeinen 11. Luther verwachtte dat de rede een bedreiging zou vormen voor het christendom. In zijn tijd was er al een tendens om de rede centraal te zetten. De openbaring van God werd nauwelijks nodig geacht. Natuurlijk is verstand te roemen, maar wijsheid is niet zomaar te bereiken. Ook Plato zag duidelijk in dat men zonder Goddelijke openbaring niet kan beschikken over rede. Wat Luther verwachtte is gebeurd. Spinoza stelde dat de mens met het verstand kan doordringen tot goddelijke waarheid. Rede werd losgekoppeld van openbaring – de olijftakken kregen daarmee een volledige zelfstandigheid.

Het losmaken van de rede aan de openbaring veroorzaakt een storm waar het conservatisme niet tegenop kan. Professor Van Deursen stelde dat als de moraal losgemaakt wordt van de christelijke openbaring dit uitmondt in een realiteit waarin een homohuwelijk kan bestaan. Daarom is het christelijk geloof een waarborg. Is God niet de waarborg van de moraal? In de christelijke theologie is de eerste duiding dat God goed is. Zo moet Zijn almacht ook gezien worden. Ook Plato geeft als antwoord op de vraag waarom God de wereld gemaakt heeft: ‘Omdat Hij goed is.’ De ideeën zijn gefundeerd in het zijn van God. Als de eenheid van God uit elkaar gehaald wordt, zullen ook de ideeën versplinteren.  Als wij het christendom niet als fundament zien van ons denken en handelen ontstaat er een vacuüm en krijgen ideologieën van ongeloof de ruimte. Een revolutie wordt ontketent en het vacuüm vult zich op met krachten van immoraliteit.

Goedheid en almacht

Is het goede goed omdat God het wil of wil God het goede omdat het goed is? Volgens Klink is dit een valse tegenstelling. Het is een sofistische vraag, een manoeuvre om het christelijke geloof verdacht te maken. Kinneging wil deze vraag absoluut niet sofistisch noemen. Alle theologen en filosofen worden er ongemakkelijk van, maar misschien komt dit doordat ze de beperktheid van het verstand voelen. Het is in ieder geval een centraal punt van de filosofie. God is soeverein dus staat Hij ook boven goed en kwaad. Goed en kwaad staan tot Zijn beschikking.  God kan het veranderen als Hij dat zou willen, maar Hij doet het niet want Hij is betrouwbaar. Hij is een consistente God. Uiteindelijk staat de wil van God dus bovenaan, niet Zijn soevereiniteit.

Aan Kinneging wordt gevraagd of de rede een gevaar vormt voor het conservatisme zonder christendom. Kinneging: “Er is een goed conservatisme zonder geloof. Conservatisme is geen kerk. Belangen van hiernumaals en het hiernamaals worden niet door elkaar gehaald.” Klink reageert dat  de zelfstandigheid van de rede niet alleen een loskoppeling van het Woord betekent, maar ook van de geschiedenis. Ook hier geldt: er staat geschreven, er is geschied – beide, in samenhang, zoals Groen van Prinsterer schreef. De Verlichting staat los van de openbaring en geschiedenis. Kinneging bestrijdt dit punt. Hij stelt dat in de Verlichting het historisch bewustzijn en de belangstelling voor de geschiedenis juist steeds groter worden.

Zie ook het verslag van Peter Bergwerff voor het Nederlands Dagblad: Een filosofisch debat bij hele noten