» Schaduwzijden van de democratie

SOMMELSDIJK: “Afgezien van de Bijbel is er geen belangrijker boek op aarde dan dit.” Dat zei dr. Bart Jan Spruyt, voorzitter van de Edmund Burke Stichting en columnist bij Elsevier, in de lezing die hij op 30 november voor de SGP-Jongeren Flakkee hield. Hij doelde op het boek ‘Over de democratie in Amerika’ van Alexis de Tocqueville. Deze Franse filosoof doorzag met een scherpe blik de sterke maar ook de zwakke kanten van de democratie. Op de avond namen ook de bestuursleden Marco van der Bok en Freek Houweling afscheid.

Na de opening en een korte inleiding op het werk van Tocqueville door de voorzitter Marco in’t Veld werden de bestuursleden Marco van der Bok en Freek Houweling bedankt voor hun inzet voor de SGP-Jongeren. Marco was sinds juni 2003 actief in het bestuur, Freek sinds februari 2008. Als blijk van waardering voor hun jarenlange inzet kregen ze het Verzameld Werk van Plato. Voor het veelvuldige faciliteren werd Monique van der Bok ook nog bedankt. Hierna sprak dr. Bart Jan Spruyt zijn lezing uit.

Wie is Alexis de Tocqueville?
Alexis de Tocqueville (1805-1859) komt uit een eeuwenoude, adellijke familie. Het gezin de Tocqueville is beslist rooms-katholiek. Onder de Franse Revolutie heeft de familie flink te lijden gehad. De ouders van Alexis de Tocqueville hebben gevangen gezeten. Het is dan ook niet verwonderlijk dat veel familieleden terugverlangen naar de tijd vóór de Revolutie, naar de macht van de kerk en de adel. Op dit punt distantieert Tocqueville zich echter van zijn familie. Hij ziet de democratie als iets onvermijdelijks. En ook al is hij aristocraat, hij ziet in dat de oude wereld onrechtvaardig was, gebaseerd op ongelijkheid. Misschien is deze democratie wel de voorzienigheid van God.

Tocqueville accepteert de nieuwe wereld maar tegelijkertijd denkt hij er heel kritisch over na. Democratie was voor Europa eigenlijk een experiment. Alleen Amerika, dat als democratisch land geboren is, kende deze regeringsvorm eerder. Alexis de Tocqueville gaat naar Amerika om het daar met eigen ogen te gaan zien. Het boek ‘Over de democratie in Amerika’ bestaat uit twee delen. Het eerste deel is een soort sociologische beschrijving van de mentaliteit en de politieke inrichting van het land.

Schaduwzijden van democratie
In het tweede deel gaat Tocqueville in op de vraag wat democratie Europa zal brengen. Wat zal het effect zijn op de mentaliteit? Wat voor type samenleving zal er ontstaan? Hoe ziet ‘de democratische mens’ eruit? Tocqueville verwacht dat dit een ander mens zal zijn dan de mens in de oude wereld.

Het grote verschil tussen de tijd voor en de tijd na de Revolutie is allereerst de gelijkheid. De oude samenleving was gebaseerd op ongelijkheid, in de nieuwe wereld is voor de wet ieder mens gelijk. Een ander verschil is dat in het ‘Ancien Régime’ het toekomstperspectief bij de geboorte al vast lag. In de tijd na de Revolutie zijn er bij de geboorte kansen om te ontsnappen aan een sociale positie. Deze mogelijkheid tot stijging op de sociale ladder leidt bij velen tot een obsessie voor vooruitgang. De nieuwe democratische mens is steeds bezet met de vraag hoe hij zo rijk en belangrijk mogelijk kan worden. De zorg voor anderen is van minder belang. Individualisme en egoïsme nemen toe. Toch moet iemand voor de armen en hulpbehoevenden zorgen. Deze verantwoordelijkheid wordt overgenomen door de staat.

Moeder Staat is zo in de weer om alles te regelen dat het leven bij haar kinderen eruit gaat. De overheid probeert de burgers in hun kindertijd vast te houden. Ze moeten genieten, veilig zijn. In feite is een verzorgingsstaat een vorm van tirannie ‘die nog erger is dan die in het oude regime’, zo stelt Tocqueville. De overheid verbreekt niet, maar verzwakt.

Een tweede schaduwzijde is dat een samenleving gebaseerd op gelijkheid leidt tot nivellering. Gelijkheid van macht, inkomen en kennis is ook de uitkomst van de maatschappij. De middelmaat regeert en er ontstaat een egalitaire samenleving.

Een derde ziektekiem in democratie die Tocqueville onderkent is ‘de tirannie van de meerderheid’. Dit is zowel een psychologisch als een politiek kwaad. Iedereen wil op elkaar lijken. Hierdoor ontstaat een grote druk. Men moet zich conformeren aan de regels anders valt men buiten de boot. Het politieke kwaad houdt in dat er kuddegedrag zal ontstaan. Er wordt wel gezegd: ‘In een democratische samenleving zal theologie verdwijnen’. In plaats van geloof komt er een nieuw geloof, namelijk het geloof in de algemeen aanvaarde mening. Wat de meerderheid vindt is de waarheid. De minderheid moet zich aanpassen want hun keuze is dus de kwade. ‘Democratie is een softe tiran’ stelt Tocqueville. In de huidige tijd is er nog één algemeen aanvaarde mening: gij zult niet discrimineren. Dit is een nieuwe religie in onze maatschappij geworden.

Oplossingen
Al ziet Alexis de Tocqueville haarscherp de schaduwzijden, hij is niet negatief over democratie. De vraag is alleen hoe de negatieve gevolgen voorkomen kunnen worden, hoe er met de ziektekiemen omgegaan moet worden. Tocqueville draagt twee oplossingen aan. Allereerst decentralisatie. Wanneer er een kleine overheid is en veel lokale politiek wordt het samenwerken bevorderd. Vervolgens zal er ook makkelijker op andere gebieden samengewerkt worden. Decentralisatie zorgt voor bestrijding van het individualisme. De tweede oplossing is de religie. Zonder christelijk geloof geen democratie! Bij het christendom staat immaterialisme namelijk voorop. Ook is het het enige geloof dat een cultureel fundament, met gematigdheid, dapperheid, eerlijkheid en trouw, kan aankweken. Religie dwingt tot gemeenschap en om verder te zien dan individueel belang.

Onze verzorgingsstaat loopt op de laatste benen. De overheid laat gaten vallen en vraagt meer van de samenleving. Zal het christelijk sociale denken opbloeien? Blijven de mensen individualistisch of zullen ze meer klaar gaan staan voor hun medemens? We gaan het zien.