» Wie het Joodse volk aanraakt, raakt zijn eigen oogappel aan

SOMMELSDIJK – Ds. J. Koppelaar sprak vrijdag 4 februari in de Rehobothkerk te Sommelsdijk voor SGP-jongeren Flakkee over het actuele thema antisemitisme. Tijdens zijn lezing ging hij vooral in op de historie en de toekomst van antisemitisme. ‘Anti-Joodse gevoelens zijn in feite haat tegen Jezus Christus’.

De predikant van de hersteld hervormde gemeente te Abbenbroek besprak tijdens zijn lezing diverse teksten uit de bijbel. Aan de hand daarvan deed hij zijn – voor de meeste bezoekers een nog onbekende – visie op Israël en antisemitisme uit de doeken. Deze bijbelteksten (voornamelijk uit Zacharia en Openbaringen) gaan vooral over Israël, maar door de vervangingstheologie werd daar lange tijd ‘de Kerk’ gelezen.

Rembrandt
Volgens ds. Koppelaar heeft het Joodse volk het getuigenis van Jezus Christus, in de meeste gevallen tegen heug en meug. Dat betekent niet dat ze getuigen van Christus, maar dat ze een getuige van Hem zijn in de wereld. Rembrandt zag in 1648 de Joden die de pogroms in Polen hadden overleefd, in Amsterdam aankomen. Hij staarde ze aan, en zei: ‘Nu kan ik het gezicht van Jezus Christus schilderen’. Eerder kon hij dat gezicht niet schilderen. Toen hij de gezichten van die Joden zag die een nameloos lijden op hun gezicht meedroegen, herkende hij daarin de lijdende knecht, zoals Israël door Jesaja wordt genoemd. En daar is Jezus Christus als lijdende Knecht heel nauw aan verbonden.

Zielen onder het altaar
Bij een van mijn reizen naar Israël werd me duidelijk wat er met de bijbeltekst over de zielen onder het altaar die God om wraak roepen (Openbaringen 6:9) bedoeld wordt. Het gaat daar niet over de martelaren die in de hemel zijn, maar om Joden. ‘De zielen onder het altaar’ is in het jodendom een staande uitdrukking voor ‘onder het altaar begraven worden’. Daar bedoelt een orthodoxe jood mee, dat hij in Jeruzalem begraven wil worden. Ze hebben daar zelfs kapitalen voor over. Het gaat hier niet over christenen, want zij zullen God niet om wraak bidden. Joden wel, want zij leven als het ware nog in het Oude Testament.

Ontstaan haat
Haat tegen Joden is er altijd al geweest. Denk aan de haat van Haman, de grote antisemiet avant la lettre. Maar er zijn er veel meer, bijvoorbeeld gemene jodenhatende semitische stammen zoals de nakomelingen van Edom en de Amelekieten. Vooral de volken die uit Ezau of Edom voortgekomen zijn hebben Israel in de loop der eeuwen gehaat. Het begrip ‘semitische volken’ (nakomelingen van Sem) is uitgevonden in 1781. De term antisemitisme – inmiddels verengd tot alleen Israël – bestond dus nog niet in de tijd van de bijbel, maar de zaak was al wel aanwezig.

Luther en Erasmus
De reformatoren Luther en Calvijn en de humanist Erasmus hebben zich ook negatief over Joden uitgelaten. Maar dat was anti-judaisme, geen antisemitisme. Met name Luther heeft zich ongebreideld negatief uitgelaten over de nazaten van Jakob. Hij zegt dingen die absoluut niet door de beugel kunnen. Maar dat moeten we ook in zijn tijd zien. Ook Erasmus was fel anti-judaistisch, je zou verwachten dat hij tolerant zou zijn, maar hij moest niets hebben van het Jodendom en vond het zelfs een bedreiging voor de kerk.

Hoe komt het?
Maar hoe komt het toch dat er bijna altijd zo’n haat tegen de Joden is? ‘Wie mijn volk aanraakt, raakt zijn oogappel aan’. Hier ligt de verklaring waardoor het zolang geduurd heeft tot de vervangingsleer verdween in de kerk. Je mag wel zeggen ‘dat wat Israël geldt, zal in veel gevallen ook de kerk gelden’. Maar de vervangingstheologie was zo sterk, dat we onze eigen oogappel aanraakten. Daardoor is het zicht op de nationale bekering van Israël in de toekomst verdwenen.

Arabieren
Ook de Arabische volken kunnen niet normaal over Israël denken. Ze zijn beneveld, zoals ook staat in Zacharia 12:2 waar gesproken wordt over de volken rondom de ‘drinkschaal der zwijmeling’. Maar God zal het voor het Joodse volk opnemen. Hij zal in Christus een einde maken aan de haat van Satan tegen het Kind Jezus.

Vrederijk
Niet ieders oogappel is aangeraakt. Alle rechtzinnige christenen tot de 3e eeuw geloofden in een letterlijk 1000-jarig vrederijk, wat niets te maken heeft met het onbijbels chiliasme. Maar het bijbels chiliasme keerde bij de puriteinen in Engeland en Amerika weer terug toen ze zicht kregen op de bekering van Israël. In Zacharia 14:4 wordt ons verteld dat de Heere Jezus in Israël zal neerkomen op aarde. Op de Olijfberg, bij de zielen die rusten onder het altaar. Dan zullen de Joden Hem zien die ze doorstoken hebben: ‘Gijlieden zult mij weerzien en zult zeggen: gezegend is Hij die komt in de naam des Heeren’.

Dief in de nacht
Het is een misverstand dat de Heere Jezus elke dag terug kan komen. Voor de wereld zal het als een dief in de nacht zijn. De wakende kerk zal weten (1 Thessalonicenzen 5) in welke periode de Heere Jezus terugkeert. Voor hen komt hij niet terug als een dief in de nacht. Ze zullen als uit een mond roepen: Kom Heere Jezus. Als al zijn kinderen in de wereld dat zullen roepen, zal hij dat gebed niet kunnen weerstaan.